Met de mond belijdt Jan en alleman de politiek van betaalbare woningen en van een gemengde stad. Gemengd wil zeggen: jong, oud, arm, rijk, alleen, samenwonend, inheems, uitheems, alles door elkaar. Maar de praktijk is anders. Corporaties blijven woningen met een lagere huur verkopen in de ene buurt waar toch al weinig sociale woningen zijn en bouwen er elders woningen voor terug met een hogere huur en eenzijdig: voor starters en alleenstaanden, in buurten die minder in trek zijn bij de gefortuneerden. Je zou verwachten: als er dan toch verkocht wordt, dan wordt dat in dezelfde buurt gecompenseerd met de nieuwbouwregel 40-40-20: de huurwoningen die opgeleverd worden kennen voor 40% een sociale huur (dat wordt dan ‘betaalbaar’ genoemd), voor 40% een middenhuur (is tot liefst zo’n 1100 euro) en voor 20% duur (wat de gek er voor geeft).
Het coalitieakkoord van het knetterlinkse college
Mei 2018 werd het coalitieakkoord getekend met die 40-40-20-regel. Er kon gejuicht worden. Maar de praktijk is weerbarstig. We lopen de nodige projecten door.
- In het Beatrixpark, achter het Nicolaaslyceum, komen twee woonblokken van in totaal 450 woningen.
Verhouding: nul sociaal, zo’n honderd midden en de rest duur; - Aan de Buitenveldertselaan komt Q-Residence, 248 woningen, waarvan 99 in het middensegment, de rest in het dure;
- Bij het De Mirandabad is er ook een bouwlocatie. Een blok van een paar honderd woningen. Er wordt over tig jaren pas gebouwd, maar nu al is bekend dat het aandeel sociaal nul is. De verhouding wordt: 0-60-40;
- Je zou zeggen: daar moet wat tegenwicht komen. Kijk naar wat afgesproken is bij de prestatieafspraken tussen gemeente en corporaties over Stadsdeel Zuid: ‘In de gebieden onder a. (waaronder Oud-Zuid en Buitenveldert/Zuidas) streven gemeente, corporaties en huurderskoepels naar een groei van de sociale woningvoorraad van de corporatie’. Achter het Haarlemmermeerstation verrijst straks een nieuwe woonwijk met honderden woningen. Hier kan de gemeente revanche nemen. En wat gaat de verhouding worden? Niet 50-30-20 of iets dergelijks maar 30-40-30!
De doorlooptijd van een bouwproject
Het blijkt dat bovengenoemde projecten investeringsbesluiten en planafspraken kennen, gemaakt vóór mei 2018, vóór het huidige coalitieakkoord. De zogeheten ‘afspraken, gemaakt in het verleden’. Bouwprojecten kennen een ‘doorlooptijd’ van wel zeven, acht jaar. Komen ze in de openbaarheid, dan is er van alles al besloten en beklonken. Bij de planafspraken gemaakt vanaf mei 2018 zou de in beton gegoten 40-40-20-regel toegepast gaan worden, denk je dan.
40-40-20-regel blijkt niet in beton gegoten
De regel blijkt pas te gelden bij bouwprojecten groter dan 800 woningen. Zie spelregels_voor_woningbouwprogrammering_juli_2017 (1). En dan nog is het slechts inzet bij de te voeren onderhandelingen. Gevolg is dat in meer dan de helft van de gevallen in ongunstige zin wordt afgeweken van deze verdelingsregel. Zie https://www.rekenkamer.amsterdam.nl/onderzoek/publieksonderzoek-2019-de-gemengde-stad/ van 11 juni 2020.
Conclusie
Feitelijk zou eerder in de openbaarheid moeten komen wat partijen willen afspreken opdat daar bezwaar tegen gemaakt kan worden. Een monitoring in een veel vroeger stadium dan nu het geval is. HBZ zou daar wel eens met de politiek over willen praten. Opdat de 40-40-20-regel niet te gemakkelijk op zij wordt geschoven. Opdat het aantal sociale huurwoningen op peil blijft.
Anoniem says
De politiek laat nu pas zijn ware gezicht zien. Dom mak schaapjesvolk stemt natuurlijk weer gewoon op de partijen die het duur maken.
Jan Leegwater says
De huizenbezitters spinnen garen bij het voortdurend stijgen van de waarde van hun woning. Wanen zich rijker en rijker. Zij hebben de boot niet gemist en zullen niet gauw stemmen op partijen die die prijsstijgingen willen aanpakken.
Groet, Jan Leegwater