HuurdersBelangZuid heeft een beroep gedaan op Rekenkamer Metropool Amsterdam om de wijze van monitoring van de prestatieafspraken onder de loep te nemen. De directeur van de Rekenkamer, Jan de Ridder, heeft in een onderhoud met de huurdersvereniging gezegd dat er alle aanleiding is voor zo’n onderzoek. Ook hij vindt de manier waarop wordt geëvalueerd onder de maat. Het kan veel beter.
Huidige monitor broddelwerk
Lang heeft de huurdersvereniging uit moeten zien naar de monitor. De prestatieafspraken 2020-2023 tussen woningcorporaties, gemeente en huurderkoepels worden jaarlijks tussentijds geëvalueerd. Publicatie van deze evaluatie was gebruikelijk in mei/juni. Het is geworden september. En uiterst teleurstellend. Een vaag stuk zonder heldere definiëring en duidelijke kaders. Immer is onduidelijk wat wordt bedoeld met sociale voorraad. Je hebt sociale woningen van corporaties, maar óók van particuliere verhuurders. De ene keer wordt ze als een geheel gezien, maar lang niet altijd. Maar dat wordt er niet bij vermeld. Ook de woningvoorraad van de corporaties wordt niet nader onderverdeeld in categorieën terwijl dat wel heel zinnig is. Bijvoorbeeld in Zuid: hoeveel is sociaal of in ieder geval gereguleerd, en hoeveel is vrije sector?
De sociale voorraad
De monitor blinkt uit in vaagheid. Daarin is hij een product van het akkoord over de prestatieafspraken die ook bol staat van niet nader uitgewerkte terminologie. Wat nu aan te vangen met een term als ’terughoudendheid’? En gebruik de term ‘sociale voorraad’ slechts in zijn algemeenheid. Als je gaat specificeren, dan werk je jezelf in de nesten. Toch is dat voor een goede monitor noodzakelijk, want waar bestaat de sociale voorraad eigenlijk uit?
1. uit woningen van corporaties met een huur tot de liberalisatiegrens;
2. uit woningen van corporaties waar scheefhuurders in wonen waardoor de huur door de liberalisatiegrens is heengegaan;
3. uit woningen van corporaties die aan doelgroepen zijn toegewezen met een tijdelijk huurcontract: starters (studenten waaronder ook internationale studenten vallen die na hun studie weer huiswaarts gaan, werkende jongeren, statushouders, grote gezinnen, enzovoort);
4. uit woningen van particuliere verhuurders, die, als de woning vrijkomt, vanwege de hoge WOZ-waarde in de vrije sector verhuurd kan worden;
5. uit nieuwbouwwoningen, gebouwd door projectontwikkelaars, die 15 of 20 jaar na oplevering in de vrije sector mogen worden verhuurd als ze vrijkomen.
Als je het hebt over ‘behoud van de sociale voorraad’, welke van bovengenoemde categorieën heb je het dan? Het liefst houden de corporaties het vaag, dan hebben zij de vrije hand. Maar belangenorganisaties van huurders denken daar anders over. Zij zien liefst woningen die 1. betaalbaar zijn, 2. met een contract voor onbepaalde tijd en 3. voor eeuwig gereguleerd. Dat zij de categorieën 1. en 2.. De prestatieafspraken dienen zo’n indeling te gaan maken en per categorie te behandelen.
De Rekenkamer Metropool Amsterdam
De Rekenkamer onderzoekt hoe het bestuur van de gemeenten Amsterdam, Weesp en Zaanstad het gemeentelijke beleid uitvoert. Ze controleert of het bestuur volgens de regels werkt, de afgesproken doelen waarmaakt en of het daaraan niet meer geld uitgeeft dan nodig.
De Rekenkamer is onafhankelijk en bepaalt zelf waar ze onderzoek naar doet. De onderzoeksonderwerpen wisselen van milieu tot mantelzorgondersteuning. En van onderwijs tot het beheer van de openbare ruimte. Ze heeft vergaande bevoegdheden om informatie te verzamelen die voor een onderzoek nuttig is. Zie: https://www.rekenkamer.amsterdam.nl/
Het zou fantastisch zijn als de Rekenkamer besluit tot een onderzoek naar de wijze van monitoring en of/hoe het beter kan. Het zou de democratische controle op het overheidsapparaat significant versterken. Leve de transparantie!
Geef een reactie