Bouwkampioenen Laurens en Reinier.
Wethouder wonen en bouwen Laurens Ivens (van de SP) had de geschiedenis in willen gaan als de kampioen sociale woningbouw. Hij is gesneefd door de metoo-tijdgeest. Wij verwachten dat hij eerder de geschiedenisboeken in zal gaan als een zwak bestuurder. Grappig is dat Reinier van Dantzig (van D’66) hem wil opvolgen, en hoog van de toren blaast dat hij het veel beter kan, maar dan in het middensegment. We zullen zien.
Om dat beeld van kampioen te creëren gebruikt Ivens verhullende taal. Zo lezen we in de gemeentelijke nieuwsbrief van 3 juni:
‘De bouw van 1.100 woningen in de nieuwe stadsbuurt SPOT is begonnen.’ Even verder: ‘Met SPOT Zuidoost komen er veel betaalbare woningen bij in Amstel III: 110 sociale en 525 middeldure huurwoningen en 75 middeldure koophuizen.’
Het is maar hoe je het framed. De cijfers in percentages:
- 110 sociaal 10%
- 525 middelhuur 48%
- 75 middelkoop 7%
- 390 dure huur en koop 35% Totaal 100%
Er wordt gezegd dat er veel betaalbare woningen bijkomen. Dat is dus niet zo. De bovenstaande verdeling wijkt mijlenver af van het coalitieakkoord waarin een verdeling is afgesproken van 40-40-20: sociaal-midden-duur. In bovenstaand voorbeeld is de verdeling 10-55-35. Verdere kanttekeningen: de labelling ‘sociaal’ telt 25 jaar, ‘middel’ voor 15 jaar. Na deze periode mag de verhuurder, als een woning vrijkomt, deze voor de marktprijs verhuren. En is een huur van €1053 per maand, de bovengrens van de middelhuur, nog wel betaalbaar te noemen voor iemand die zeg €2.000 netto per maand verdient? Het woord ‘betaalbaar’ wordt sluipenderwijs voor een steeds hogere huur gebruikt.
Uit een gemeentelijk schrijven van 26 mei:
‘Sociale huurwoningen
Ook de behoefte aan sociale huurwoningen is groot. Daarom is in Amsterdam 80 procent van de nieuwbouw betaalbaar (40 procent sociaal, 40 procent middelduur) en 20 procent duur/koop. De woningcorporaties zijn in de eerste maanden van 2021 begonnen met de bouw van 298 sociale huurwoningen. Het is onze ambitie om van 2018 tot 2025 elk jaar 2.500 sociale huurwoningen te bouwen. Voor dit jaar hebben de corporaties daarvoor ook de plannen, maar we weten dat niet elk plan binnen de geplande tijd kan worden uitgevoerd.’
Niet wordt vermeld dat de verdeling 40-40-20 niet in beton is gegoten maar een boterzacht uitgangspunt bij de aanvang van de onderhandelingen met projectontwikkelaars. De meeste projecten, ook die aangevangen zijn na 1-1-2020, krijgen uiteindelijk een verdeling ten nadele van sociaal: 30-40-30, 20-50-30, en zelfs 0-50-50. Er zijn voorbeelden te over in Zuid waar het toch al niet overloopt van sociale woningen, hierover later.
De ambitie is om elk jaar te starten met de bouw van 2.500 sociale huurwoningen, is 625 per kwartaal. Dat aantal is begin 2021 bij lange na niet gehaald. Gesproken wordt van 298 woningen de eerste maanden. Een conclusie wordt hier niet aan verbonden, behalve dan dat niet elk plan binnen de geplande tijd kan worden uitgevoerd.
Monitor prestatieafspraken
Een dezer dagen zou de jaarlijkse monitoring van de prestatieafspraken het licht zien. Prestatieafspraken gemaakt door gemeente, de AFWC (Amsterdamse Federatie Woning Corporaties) en de FAH (Federatie Amsterdamse Huurderkoepels) voor de periode 2020-2023. Verwacht wordt dat deze monitoring zal uitblinken in verhullend taalgebruik. Laat dat maar over aan de communicatie-experts van gemeente en corporaties. De FAH hoeft alleen maar te tekenen bij het kruisje.
Wij hebben ons als doel gesteld door de reclametaal heen te prikken.
Geef een reactie